Degoe

DEGOE

De degoe is een huisdier waar je nog niet zoveel over hoort!
Het is een knaagdier en het heeft dan ook veel overeenkomsten met allerlei andere knaagdiersoorten.


De Degoe werd zo ongeveer halverwege de 18e eeuw ontdekt in het Andesgebergte in Chili. In 1985 vond men de tijd rijp om de Degoe eens naar Nederland te halen om daar als huisdier te gaan fungeren. Er werd veel mee gefokt en daarom bestaat er tegenwoordig ook nog een Oost-Europese Degoe.

Sociaal diertje
De Degoe is een zeer sociaal diertje. Om die reden kan een degoe dan ook nimmer alleen gehouden worden, maar zal er zeker (minimaal) een tweede Degoe bij moeten worden geplaatst. In het wild leven de Degoes dan ook in grote groepen. Let er wel op dat niet bijvoorbeeld twee mannetjes- bij één vrouwtjesdegoe worden geplaatst, maar hier kan de dierenspeciaalzaak u ook over voorlichten.

Klimmen en onderzoeken
Een Degoe mag rustig nieuwsgierig en brutaal worden genoemd. Het diertje kan dan ook redelijk makkelijk tam worden gemaakt. Echter is het wel een sloper en is de degoe zeer actief en beweeglijk. Een echt kroelbeest is het dan ook niet, want de Degoe vindt het veel leuker om te klimmen en te onderzoeken.

Binnen en buiten
Zijn vacht is bruingrijs en past zich aan het klimaat aan. De Degoe kan dan ook zowel binnen als buiten worden gehouden. Mocht u het diertje in de huiskamer laten lopen, waak dan goed over uw spullen. Want als hij ergens mee aan de haal kan gaan, zal hij het zeker niet laten! Ook is de Degoe watervlug.

Grappig zijn de oranje tanden van de Degoe. De tanden moeten regelmatig worden geslepen, hetgeen ook zijn sloopdrift verklaart. Daarbij heeft de Degoe ook nog eens vijf tenen per poot! De oren lijken een beetje op die van de Chinchilla.

De lange staart, welke op die van de rat lijkt, is behaard. Je mag een Degoe NOOIT bij de staart beetpakken, omdat dan de kans op scheuren groot aanwezig is.

Het humeur van de Degoe is af te lezen (of beter gezegd: te luisteren) aan de geluidjes die hij maakt.

Huisvesting
Net als andere knaagdieren is een kooi voor de Degoe zijn verblijf. Echter moet er wel op gelet worden dat de Degoe dus een sloper is. Eigenlijk zijn alleen maar een glazen of een metalen kooi goed (spijlen niet te ver uit elkaar, want de Degoe kan door de kleinste gaatjes ontsnappen).

De Degoe is levendig en graaft nogal eens. Het zal u dus wel duidelijk zijn dat dit stof met zich meebrengt! En omdat de Degoe een klimmer is en zeer levendig, is een hoge kooi onontbeerlijk. De Degoekooi moet minimaal 50 centimeter hoog zijn.

Een grote kooi is niet alleen voor de Degoe fijn, maar eigenlijk alleen al noodzakelijk om de toebehoren erin kwijt te kunnen. Zo zullen uiteraard een etensbak (zwaar model) en een drinkfles niet mogen ontbreken. Maar ook diverse speeltjes (bijvoorbeeld een rad), klimspullen, knaagmogelijkheden (bijvoorbeeld een knaagsteen) en een (donker) hokje om zich terug te kunnen trekken moeten deel uitmaken van de kooi!

Verder is een bakje gevuld met Chinchillazand aan te raden. Hierin gaan de Degoes lekker 'badderen', hetgeen weer een leuk gezicht is. Dit zand moet wel regelmatig verschoond worden. Evenals de bak zelf. Regelmatig reiniging voorkomt nare luchtjes.

Voeding
Uiteraard heeft de Degoe voedsel nodig om zijn energie uit te halen. Dit moet plantaardig voedsel zijn. Het kopen van Cavia- en Chinchillavoer volstaat (combinatie). Er is ook speciaal Degoevoer op de markt, maar dat is erg duur en niet overal verkrijgbaar. Ook hooi wordt door de Degoe gegeten en dient dus in de kooi aanwezig te zijn.

Suiker
Vanwege de gevoeligheid voor suikerziekte mag de Degoe geen suikers hebben. Dus ook fruit is eigenlijk uit den boze. Heel af en toe mag de Degoe eens verwend worden met een pelpinda of wat zonnebloempitten. Niet teveel, want ook hierin zitten weer vetten die niet goed zijn voor de Degoe.

De Degoe stopt vanzelf met eten wanneer hij vol zit. Een volle bak voer kan dus geen kwaad.



Powered by webXpress